Let op: dit erfgoededucatieproject is gratis

Doelgroep
Groep 5 en 6

Inhoud
Tussen twee gebouwen in geklemd staat het oudste beeldhouwwerk van Groningen: de poort van het Roode – of Burgerweeshuis. Wie door de poort loopt, komt op het binnenplein van het voormalige wees­huis. De twee weeskinderen boven op de poort zijn een stille herinnering aan de wezen uit de Groningse burgerij die hier vanaf 1599 tot de sluiting in 1956 hun onderkomen vonden. Door de rode accenten in hun kleding werden de kinderen ‘Rode wezen’ genoemd en kwam het weeshuis bekend te staan als het Roode Weeshuis.

In het erfgoedproject ‘Fennigje en Melle in het Roode weeshuis’ nemen de weeskinderen Fennigje en Melle de leerlingen mee naar het leven in het Roode Wees­huis in de eerste helft van de negentiende eeuw. Leer­lingen ontdekken welke kleding je als weeskind moest dragen, waar je sliep, wat je te eten kreeg en aan welke regels je je moest houden. Welke straf kreeg je als je je kom karnemelkse pap niet op at? Waarom hadden de weeskinderen een rode band om hun arm heen? Waar werd de kelder onder het weeshuis voor gebruikt?

Het Roode Weeshuis is nu een appartementencom­plex waarin oudbouw met nieuwbouw gecombineerd is. Tijdens een bezoek aan het voormalige weeshuis kijken de leerlingen welke sporen van het weeshuis er nog te vinden zijn. Ook worden de leerlingen aan het denken gezet over het behoud van historische gebou­wen en de combinatie met moderne architectuur. Het project sluit af met het zelf maken en inbinden van een klein boekje, waar de leerlingen met een kroontjespen in een negentiende-eeuwse handschrift een spannend verhaal over Melle en Fennigje schrijven.

Activiteiten in de school
In de klas maken de leerlingen opdrachten over het dagelijks leven in het weeshuis en maken ze een ingebonden boekje, waarin ze in 19-eeuwse letters een dagboekfragment van Melle of Fennigje schrijven.

Activiteiten op locatie
Bij het Roode Weeshuis – nu een apartementencomplex – onderzoeken de leerlingen welke sporen van het Roode Weeshuis er nog te vinden zijn.

Lesonderdelen

• Les 1 – Bij ons in het weeshuis: De leerlingen maken kennis met Fennigje en Melle. Zij vertellen de leerlingen over het dagelijks leven in het Roode Weeshuis. ( 1 uur) In de handleiding staan tips met uitbreidingsmogelijkheden.
• Les 2 – Sporen van het weeshuis: De leerlingen gaan met opdrachten op onderzoek uit in de Roode Weeshuisstraat en op het terrein van het voormalige weeshuis. Hoe ziet het weeshuis er nu uit? Welke sporen uit de tijd van Melle en Fennigje zijn er nog te vinden? (1,5 uur)
• Les 3 – Lief dagboek: De leerlingen maken een oud dagboekje waarin ze met inkt en kroontjespen een dag uit het leven van Melle of Fennigje beschrijven. (2x ½ uur en 1x 1 uur)