“Samen met de deskundigen en de musici onderzoeken we hoe het orgel landelijk en regionaal een breder publiek kan trekken. In een mix van aansprekende voorbeelden uit de praktijk – o.a. de actuele ervaringen van de Orgelzomer – en meer beschouwende lezingen ter verdieping, laten de sprekers zien en horen op welke manieren zij het orgel en de muziek naar de mensen willen brengen, of de mensen naar het orgel willen halen.”

Mijn opmerkingen hierbij:
Deze beweging heeft twee kanten op het gebied van inhoud:
1. Een artistieke en intellectuele kant
2. Een vermaak en volkse kant

Met het gevaar te stigmatiseren maak ik deze indeling. Ik hoor en zie, ook weer bij de programmering van het symposium, vooral kant 1. Ook in de afgelopen jaren zie ik vooral die artistieke kant: tango en orgel, connecting arts, moderne dans en orgel, stomme film en orgel, etc. De setting is vooral een ‘kerk’ setting. Zelfs als de kerk niet meer als een religieus gebouw in gebruik is.

Dan naar kant 2: In de huidige tijd zul je iets aan beleving moeten doen: alle zintuigen moeten geraakt worden. Positieve ontvangst, vermaak, professionele show, spraakmakend. Het orgel staat in eerste instantie niet op de voorgrond: letterlijk en figuurlijk. De show is een samenhangend geheel van artiesten en organist/musici. Voor een buitenstaander maakt het niet uit of er een Schnitger-orgel of een ‘Whatever make’-orgel staat; als het imponeert dan is het goed. Sluit dit dan de kleinere orgels uit? Nee, want die kan ook imponeren in een kleinere setting. Is deze vorm dan niet artistiek of is het dan folklore of volksvermaak? Ja en nee: discussieer daar maar eens over, ook wat de geschiedenis ons heeft geleerd.

Er zijn ook een praktische kanten:
1. Technische mogelijkheden, ruimte en instrument
2. Mogelijkheden gegeven door de eigenaar van een gebouw/instrument

Zolang activiteiten rond het orgel in lijn zijn met de verwachtingen is het vaak prima. Als er andere, out-of-the-box, voorstellingen worden gegeven loopt men soms/vaak tegen problemen aan.
Vooral orgelcommissies, die niet voor niets zo heten, hebben geen ervaring met andersoortige evenementen rond het orgel. Ook worden er weinig kant en klare programma’s aangeboden. Als je iets wilt organiseren kost dat veel tijd en moeite. Technisch moet je soms improviseren, dit spreekt over het algemeen de handige Harry’s wel weer aan. Soms moet er wat verbouwd worden, maar ook de stroomvoorziening kan voor problemen zorgen. Het bezoekende publiek moet die indruk niet krijgen: er moet een gelikte presentatie verzorgd worden.

Over de praktijk gesproken, een actuele, persoonlijke, ervaring:
Je hebt een idee over hoe je twee werelden kunt samenbrengen: streetdance en orgel. Je gaat langs bij de lokale dansschool, die teams hebben op NK en EK niveau, en legt je idee uit. Eerste vraag: dansen in een kerk? Mag dat? Een orgel? Wat is dat? Na het laten zien van de kerkruimte en het laten horen van de eerste noten van de beroemde Toccata van Bach, kon de opengevallen mond weer dicht waarna deze weer open ging met een volmondig JA, dat doen we! Oxygym is on board.

Je realiseert je niet wat je op de hals hebt gehaald: Zoek maar eens een organist die het project wil doen. Wat zijn de overwegingen? Kan ik het? Comfortzone? Is het artistiek verantwoord? Naam en faam? Omdat dansen erg ritmisch is had ik maar bedacht om ook een percussionist/drummer toe te voegen. Gelukkig was een professionele slagwerker gauw gevonden, nadat nummer 1 afhaakte, hebben we Gosling Veldema bereid gevonden. En tja, de organist? Gelukkig was Jochem Schuurman, een jonge organist, bereid om in het avontuur de stappen. Dan komt de grote vraag: Wat wordt het repertoire? Beide werelden hebben wel ideeën, maar die komen niet direct overeen. Na veel heen en weer mailen van mogelijkheden zijn we tot een set gekomen. Persoonlijk vind ik dat je mensen kunt en moet opvoeden met verschillende soorten muziek: hoe laat ik de twee kanten met elkaar kennismaken op een natuurlijke manier. In de programmering zijn dan ook moderne pop- en musicalmuziek opgenomen naast aansprekende orgelklassiekers. Een nieuwe generatie krijgt de mogelijkheid om kennis te maken met het fenomeen orgel. O ja, nog niet gezegd: als je een dansshow neerzet is de belichting en lichteffecten cruciaal. Optredens kunnen hier tegenwoordig niet zonder, dus dat moest ook geregeld worden. Spots, uplights, lasers, mistmachines, etc. zorgen voor die effecten. Voor een grote show kost het huren van licht erg veel geld, dus dit maar in eigen beheer gedaan. We zijn nog niet gewend om naast artiesten ook budget te reserveren en uit te geven voor het visuele spektakel. En als je dan toch bezig bent voor een paar uur show, wil je dit graag vastgelegd hebben op video. Dat kan niet met één camera, dit moet met meerdere. Want we hebben ook geconstateerd dat er meer naar buiten getreden moet worden via de sociale media. Wie helpt de orgelcommissies daarbij?

Verder komt er PR bij kijken: hoe bereik ik nieuwe doelgroepen? Tip1: probeer het eerst in je eigen omgeving te doen, de halve wereld komt niet naar “Verwegingahuizen”, zeker niet de eerste keer. Tip2: Doe het samen met partners, ik noem hier dan Erfgoedpartners die de nodige contacten heeft. Tip3: Overschat het belang van een orgel en een kerk niet, de wereld zit niet meteen te wachten op een orgel in die oude kerk. En een Groningse constatering: Stadjers komen niet naar de provincie…

Conclusie: Werk samen. Je moet een lange adem hebben. Financieel is het moeilijk om het voor elkaar te breien. Probeer via de volkse kant richting de artistieke kant te bewegen. Want “het orgel” moet haar nieuwe plek vinden, helaas kan niet elk orgel meespelen. En om positief te eindigen: het is erg leuk om nieuwe wegen te zoeken voor de koningin der instrumenten.