|
|
Archeologielezing
De tweede lezing in het kader van de archeologielezingen winter 2019/2020 die Erfgoedpartners in samenwerking met erfgoedinstellingen uit Groningen organiseert, is op 12 december in het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis. Spreker is Marcel Niekus, archeoloog, gespecialiseerd in het onderzoek naar de Steentijd.
Neanderthalers: hoe gingen ze om met de klimaatverandering?
Archeoloog Marcel Niekus over zijn fascinatie voor de Neanderthalers
Ofschoon al meer dan 40.000 jaar uitgestorven houden de Neanderthalers archeoloog Marcel Niekus nog altijd bezig. ‘Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in de Steentijd’, geeft hij aan. ‘Tot 2007 was er weinig over hun samenleving in Noord-Nederland bekend, maar in dat jaar vonden studenten en ik een kampement in Noord-Drenthe. We hadden daar maanden actief naar gezocht, maar letterlijk op de laatste dag vonden we bewerkt vuursteen. Je vindt nog steeds miljoenen vuurstenen in Drenthe maar bewerkingskenmerken van vuursteen zijn lastig te herkennen. Je moet echt veel stenen oprapen.’ Bij onderzoek is het belangrijk om goed contact te hebben met de eigenaar van de grond. ‘We overleggen altijd met de boer en werken in principe alleen in de winter en niet ’s zomers als de gewassen op het land staan.’
Wat Marcel fascineert is dat de sporen van aanwezigheid van Neanderthalers vooral te vinden zijn in Frankrijk, Spanje en Engeland. ‘Veel verder dan Noord-Nederland kwamen ze niet. Vandaar ook dat de ondertitel van het boek, dat ik samen met coauteur Evert van Ginkel schreef [zie verderop in het artikel] luidt ‘leven aan de rand van de oerwereld’. Het noordelijkste kampement was in Sleeswijk-Holstein. Mogelijk heeft dat met het klimaat te maken. Bij tijden moet dat bar zijn geweest. Ik vraag me dan ook af hoe de Neanderthalers met de klimaatverandering omgingen.’ In 2009 werd een fragment van een schedel gevonden in de Noordzee.
Niet zo primitief
Voor veel mensen is het verrassend dat Neanderthalers ook in Noord-Nederland voorkwamen. In zijn lezing zal Marcel ingaan op hun samenleving. ‘Door heel Europa was er sprake van maar een paar 100 Neanderthalers met op het hoogtepunt wellicht zo’n 1.000. Ze leefden in groepen van hooguit twintig personen. Het waren nomaden die van plaats naar plaats trokken. Als het voedsel op was, |
trokken ze verder. Zij waren echter niet zo primitief als men wel eens denkt. Zo deden ze aan kunst, begroeven hun doden en droegen sieraden. Alleen over hun taal is nog veel onduidelijkheid.’
Marcel: ‘De Neanderthaler is weliswaar uitgestorven maar de moderne mens heeft nog altijd een paar procent DNA van de Neanderthaler in zich.’
Lezing
In zijn lezing op 12 december zal Marcel het onderzoek in Drenthe als uitgangspunt nemen en aan de hand van resultaten van onderzoek elders in Europa een en ander in een bredere context plaatsen.
Boek
In oktober werd het boek ‘Neanderthalers in Noord-Nederland, leven aan de rand van de oerwereld’ gepresenteerd. Uitgever is het Drents Landschap. Van de 1.500 exemplaren die zijn gedrukt, zijn na een maand al 1.000 exemplaren verkocht. De deelnemers aan de lezing op 12 december hebben echter de mogelijkheid het boek aan te schaffen. Marcel neemt exemplaren mee naar het Noordelijk Archeologisch Depot.
Praktische informatie
Iedereen die geïnteresseerd is in archeologie en de Steentijd is van harte welkom bij deze lezing, die wordt georganiseerd in samenwerking met het Noordelijk Archeologisch Depot. De lezing begint om 20:00 uur met een inloop met koffie en thee vanaf 19:30 uur. Aanmelden is noodzakelijk
Datum: donderdag 12 december 2019
Locatie: Noordelijk Archeologisch Depot (Nieuweweg 76, Nuis)
Tijd: van 20:00 – 21:00, inloop vanaf 19:30 uur
Toegang: Gratis
Beeld: omslag boek 'Neanderthalers in Noord-Nederland' |
|
|
|
Grasduinen in kleine geschiedenissen
Kirsten Bos over haar werk als ontwikkelaar erfgoededucatieprojecten
In 2015 volgde Kirsten Bos, die geschiedenis studeerde aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Lerarenopleiding (UCLO) deed, de cursus erfgoedjuf/erfgoedmeester van Erfgoedpartners. Sindsdien ontwikkelt zij als ZZP-er, maar al vanaf 2008 vooral actief in de provincie Overijssel, in opdracht projecten voor het basisonderwijs in de provincie Groningen. In deze Erfgoedloper legt Kirsten uit waarom ze het leuk vindt erfgoedprojecten te ontwikkelen en bespreken we een drietal projecten. ‘Wat ik leuk vind aan erfgoed is het grasduinen in kleine geschiedenissen en leerlingen laten ontdekken wat er in hun eigen dorp gebeurde. Ik maak voor het ontwikkelen van producten ondermeer gebruik van de Beeldbank van de Groninger Archieven maar kan bijvoorbeeld ook een beroep doen op de kennis van de leden van de Historische Kring Leek.’
De drie projecten die we in deze nieuwsbrief noemen zijn alle gesitueerd in het Westerkwartier.
Groep 1 en 2
Pieter paard is weg
In de erfgoededucatietrajecten zijn er weinig projecten voor kleuters. Om hierin te voorzien heeft Erfgoedpartners Kirsten gevraagd of zij in samenwerking met Museum Nienoord een project voor deze doelgroep wil ontwikkelen. Daarom werkt zij nu aan het project ‘Pieter paard is weg’. Naar verwachting kan het project in maart worden getest op de pilotschool en aan het eind van dit schooljaar worden gepresenteerd.
|
Groep 3 en 4
Project Marum
Voor leerlingen van de groepen 3 en 4 heeft Kirsten twee projecten ontwikkeld over de Drachtster tram. De tram reed tot halverwege de jaren tachtig maar vervoerde vanaf 1948 alleen nog maar goederen. Het project is bijna klaar om aangeboden te worden aan de scholen en zal binnenkort op de website voor de erfgoededucatietrajecten te vinden zijn.
Groep 5 en 6
Tijdreizigers
Leerlingen van de groepen 5 en 6 verdiepen zich met het project ‘Tijdreizigers’ eveneens in het thema vervoer. Hoe reisde je honderd jaar geleden van Leek naar Groningen? ‘Ik maak voor dit project gebruik van historische kaarten, foto’s en krantenberichten’, vertelt Kirsten. ‘De leerlingen bekijken deze oude bronnen en onderzoeken hoe je over land, spoor en water naar Groningen kon reizen. Ook is er een buitenles, waarbij ze het ‘oude stationnetje’ bezoeken en de Tolberterstraat, een winkelstraat in Leek waar de tram destijds doorheen ging. Aan de hand van fotomateriaal vergelijken we de situatie van toen en nu. Wat zijn de verschillen en wat is hetzelfde gebleven?’ Het is sinds deze week voor scholen mogelijk om zich voor dit project in te schrijven via de website van Erfgoedpartners.
Contact met Kirsten Bos?: www.kirstenbos.nl. | 06 18 88 14 05.
Beeld: ‘Sociable’, een voorloper van de Jan Plezier uit de collectie van Museum Nienoord; foto: Anton Tiktak, Arte del Norte
|
|
|
|
Adellijke trots
Herdruk boek Groninger Borgen – Adellijke Trots in de Ommelanden
Binnenkort verschijnt de tweede herdruk van het succesvolle borgenboek ‘Adellijke Trots in de Ommelanden’.
Groninger Borgen – Adellijke Trots in de Ommelanden biedt een boeiend zicht op het verschijnsel borgen en hun bewoners. Niet alleen in de provincie Groningen, maar ook in de stad en over de grens met Duitsland. Het vertelt het verhaal van de opkomst, de bloei en de neergang. De enorme invloed van de Ommelander Adel op hun omgeving. De feodale misstanden, maar bovenal de cultuurhistorische rijkdom van hun nalatenschap. Veel nog niet eerder gepubliceerd beeldmateriaal is opgenomen. |
Groninger Borgen – Adellijke Trots in de Ommelanden schetst een beeld van de borgen in de provincie als bouwwerk. Biedt een blik in de interieurs en tuinen. Vertelt het verhaal van de stadspaleizen.
Groninger Borgen – Adellijke Trots in de Ommelanden gaat over de borgen en hun bewoners. Vooral veel foto’s, schilderijen, kaarten en tekeningen. Duizend jaar historie van de provincie Groningen onthult zich aan de lezer.
Het boek kost € 15,- en is verkrijgbaar bij de museale borgen. Ook het is het boek vanaf volgende week bij Erfgoedpartners te bestellen via de website.
|
|
|
|
Maand van de Geschiedenis 2019: Van Suze Groeneweg tot Khadija bint Choewailid
Wilt u weten hoe de landelijke organisatie van de Maand van de Geschiedenis de editie 2019, met als thema Zij/Hij, samenvat? |
Klik dan op de pijl boven deze tekst. Het thema in 2020 is Oost/West. |
|
|
|
Collectie Groningen uitgelicht
Stoomdrukpers GRID-Grafisch Museum Groningen
Een grote sprong voorwaarts in de ontwikkeling van de drukperstechniek was de uitvinding van de stoomdrukpers. Deze enorme machine vindt zijn oorsprong in 1906 in de machinefabriek Bohn & Herber in Würzberg, Duitsland. Het is de opvolger van de met de hand aangedreven persen en was een stuk productiever.
De stoomdrukpers kon een groot papierformaat aan en was in staat om maar liefst acht pagina’s tegelijk op één vel af te drukken. Hij haalt een snelheid van zo’n drie tot vierduizend vellen per uur. Oorspronkelijk brachten grote stoomketels een aandrijfriem en vliegwiel in beweging. Het exemplaar van het GRID is omgebouwd voor elektriciteit.
De bediening van de pers was in handen van drie personen. De drukker legde het zetsel op de pers. Vervolgens werd de inkt door inktrollers gelijkmatig over het zetsel verdeeld. De jongste bediende hielp de drukker hierbij. Vervolgens werd |
een groot vel papier ingelegd. Een nauwkeurige taak die vaak door vrouwen werd verricht. Het papier werd daarna over de cilinder tegen het zetsel gedrukt en voila: de pagina was klaar!
De stoomdrukpers van het GRID komt oorspronkelijk van drukkerij Mulder in Oude Pekela. Er zijn vele regionale dagbladen mee gedrukt, zoals Pekela’s Nieuws- en Advertentieblad voor de Veenkoloniën en Westerwolde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de pers lange tijd verstopt achter een muur van de drukkerij. De stoomdrukpers is tot ongeveer 1950 volop gebruikt en werd daarna afgedankt. In het GRID draait ze weer als vanouds!
Klik voor meer informatie en beeldmateriaal op de foto of kijk op de website van Collectie Groningen.
Tekst: Fred Ootjers
Foto: Anton Tiktak, Arte del Norte |
|
|
|